
Minister Piet Adema van Landbouw hoeft niet op te treden tegen een Drentse schapenhouder, dat heeft de rechter vandaag bepaald. De actiegroep Animal Rights had hierom gevraagd omdat zij vinden dat hij zijn schapen beter had moeten beschermen tegen wolvenaanvallen.
De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde (voorlopig) dat de schapenhouder – onder de huidige omstandigheden – heeft gedaan wat hij kon om zijn dieren te beschermen tegen de wolf. Er is dus geen sprake van overtreding van artikel 1.6, derde lid. In dat artikel staat dat veehouders hun dieren moeten beschermen tegen roofdieren.
Onvoldoende duidelijk hoe beschermen tegen wolf
De voorzieningenrechter stelde bovendien ook vast dat op dit moment nog onvoldoende duidelijk is wat de beste manier is om schapen en andere dieren te beschermen tegen wolfaanvallen. De regelgeving schrijft geen concrete maatregelen voor. De rechter constateert dat de schapenhouder maatregelen heeft genomen om (verdere) aanvallen op zijn schapen te voorkomen door het aanleggen van een (mobiel) wolfwerend raster. Hoe de wolf de percelen van de schapenhouder precies is binnengedrongen, is niet helemaal duidelijk geworden. In ieder geval is niet gebleken dat het raster van de schapenhouder zo gebrekkig is, dat de wolf daardoor de schapen heeft kunnen aanvallen.
Wolfwerende rasters
De schapenhouder is erg opgelucht en zei eerder al tegen Het Schaap: “Na de eerste aanval in oktober 2021 zijn wij direct begonnen met het plaatsen van wolfwerende rasters. We gebruiken zelfs meer draden en stroom dan voorgeschreven. “Niemand weet nog precies hoe we die wolf echt kunnen weren, we werken samen met wolvenconsulenten, iedereen is zoekende. Het is erg frustrerend want bij de laatste aanval kon je precies zien waar de wolf door de bedrading is heengegaan, de draden hingen daarna slap. We doen ons best, het gaat ons enorm aan het hart en dan komt zo’n organisatie om je te verwijten dat je er geen rekening mee houdt dat een wolf kan zwemmen of dat de bedrading bij nader inzien misschien een paar centimeter te hoog hing, alsof ik dat bewust doe.”
Uitspraak terecht
De LTO vindt de uitspraak terecht. “Boeren spannen zich op allerlei manieren in om hun dieren te beschermen tegen aanvallen van de wolf”, reageert Arnold Michielsen, themahouder Fauna op LTO.nl. “Ondanks preventieve maatregelen, zoals het plaatsen van wolfwerende rasters, blijven aanvallen voorkomen, bleek ook weer in deze rechtszaak. Het is dan ook niet meer dan terecht dat de rechter het verzoek voor handhaving heeft afgewezen. Als de samenleving ervoor kiest de wolf een plek in Nederland te geven, moeten de consequenties van die keuze niet op het bord van de veehouder worden gelegd. Het zou de omgekeerde wereld zijn om veehouders, die al de dupe worden van de komst van de wolf, ook nog te bestraffen.”
Lees ook: