Op de schapenbedrijven waar blauwtong heerste in 2023, zijn gemiddeld bij 23 procent van de onderzochte schapen antistoffen aangetoond, dat blijkt uit onderzoek van Royal GD. Op bijna de helft van de 387 onderzochte schapenbedrijven in Nederland zijn antistoffen tegen blauwtong aangetoond. Van alle onderzochte schapen tijdens het landelijk onderzoek, blijkt gemiddeld slechts 10 procent antistoffen te hebben.
De LTO heeft aangedrongen op het antistoffen-onderzoek om meer inzicht te krijgen in de mate van verspreiding van het virus in Nederland. De sector heeft hier via het Diergezondheidsfonds zelf aan bijgedragen. Uit het GD-onderzoek blijkt nu dat bij de blauwtonguitbraak in 2023 van alle bijna 5.000 onderzochte schapen, slechts 10 procent antistoffen tegen blauwtong heeft. ‘Deze resultaten onderschrijven daarmee het grote belang van het toepassen van vaccinatie om besmettingen in het nieuwe vectorseizoen in 2024 te voorkomen’, melden de onderzoekers.
Regioverschillen
Voor het onderzoek zijn schapenbedrijven benaderd die dit jaar ook monsters instuurden voor de monitoring van brucella melitensis. Nederland is ingedeeld in 20 verschillende regio’s. Het doel was om per gebied 25 schapenbedrijven te pakken en van elk bedrijf bloedmonsters van 13 schapen te onderzoeken op antistoffen. Bedrijven die in de afgelopen jaren tegen blauwtong hebben gevaccineerd, zijn uit de steekproef verwijderd. Dit omdat antistoffen door vaccinatie (onafhankelijk van het serotype) niet onderscheiden kunnen worden van antistoffen door een BTV-3 besmetting. Uiteindelijk waren er gegevens beschikbaar van 4.947 schapen afkomstig van 387 schapenbedrijven in heel Nederland.
Naast de bloedmonsters bij 387 schapenbedrijven zijn ook bij 25 van de 27 melkschapenbedrijven in Nederland tankmelkmonsters genomen. Daar werd bij 32 procent van de bedrijven (8 bedrijven) antistoffen aangetoond.
De inschatting naar aanleiding van het onderzoek is dat het landelijk gemiddelde ligt op 10 procent schapen met blauwtong-antistoffen – zie onderstaande kaart van de GD. In de donkerste kerngebieden liggen die gemiddelden rond de 20-40 procent. In het uiterste zuiden en noorden ligt het percentage tussen 1 en 10 procent.

Op 47 procent van de onderzochte schapenbedrijven werd bij tenminste één schaap antistoffen aangetoond als gevolg van een besmetting in 2023.
Belang vaccinatie rundvee
Van het rundvee heeft gemiddeld 20 procent in Nederland antistoffen ontwikkeld tegen BTV-3. Het percentage runderen met antistoffen laat ook veel variatie zien tussen de twintig regio’s. Geschat wordt dat in het kerngebied van de uitbraak meer dan 40 procent van de runderen antistoffen heeft en in het zuiden van Nederland zijn er weinig dieren met antistoffen.
“Als we blauwtong uit Nederland willen verbannen, zoals na vaccinatie lukte in 2008, dan zou het enorm helpen wanneer ook een groot deel van het rundvee gevaccineerd wordt”, zei René van den Brom, dierenarts en sectormanager kleine herkauwers van de Royal GD, onlangs in vakblad Het Schaap. “Want juist runderen dienen als reservoir voor BTV-3, een vaccinatie voorkomt dat. “Als knutten besmette runderen blijven prikken dan krijgen we het virus niet weg.”
Advies: vaccineren in zuiden en oosten
Er zijn momenteel nog geen nieuwe gevallen met BTV-3 vastgesteld. De GD raadt aan om vooral rundvee in het zuiden en oosten van het land wel te vaccineren omdat zij in veel mindere mate geraakt zijn door de uitbraak, minder in aanraking zijn gekomen met blauwtongvirus en dus geen antistoffen konden aanmaken.
Lees ook:
- Kaart van Nederland: zijn er al besmettingen met blauwtong?
- Blauwtongvaccin: alle vragen en antwoorden op een rij