Jasper Groot Zwaaftink voert op hoge melkgift

Jasper Groot Zwaaftink focust zich op een hoge melkgift. Dat betekent goed kuilgras en maximaal 1 kilo krachtvoer per ooi per dag. Meer heeft geen effect. ‘Dan verdient alleen de voerleverancier geld.’

Jasper Groot Zwaaftink richt zich op een hoge melkgift door goed kuilgras en maximaal 1 kilo krachtvoer per ooi per dag te geven. Hij houdt momenteel 650 melkschapen op zijn bedrijf in afwachting van een nieuwe stal eind dit jaar. Oorspronkelijk wilde hij geiten melken, maar door een geitenstop in Overijssel schakelde hij over op vleesschapen en later op melkschapen.

Focus op melkgift

Melkschapen voeren verschilt van vleesschapen, waarbij de focus ligt op de ooien voor melkgift in plaats van lammeren voor vlees. Jasper startte zijn melkschapenbedrijf met 180 schapen van een stoppende boer en bouwde snel op naar 650 schapen, deels door overnames van andere boeren. Hoewel het bedrijf ook melkkoeien houdt, houdt hij het voer strikt gescheiden omdat hij de schapen biologisch houdt en de koeien gangbaar.

Groot voerplein

Groot Zwaaftink plant een groot voerplein voor snelle en efficiënte voertoediening. Momenteel gebruikt hij een mini-shovel in de tenten waar de schapen staan. Hij voert een mengsel van kuilgras, soja en actief meel, zonder brok om selectief eten te voorkomen. De mengvoerwagen zorgt ervoor dat het voer goed gemengd en fijngesneden wordt. De productie is gemiddeld 435 liter per schaap per jaar, met drie aflamperiodes per jaar om een constante melkstroom te garanderen.

Biest en poedermelk

Groot Zwaaftink haalt de lammeren na de geboorte weg bij de ooien en hij voedt ze met biest en later poedermelk. Hij focust op een lage voerkost door bemonstering van het gras, dat hij deels samenwerkt met een akkerbouwer in de polder. Hij vermijdt foliebalen vanwege inconsistente kwaliteit en gebruikt rijkuilen voor een constante samenstelling. Bij een dalende melkgift verlaagt Groot Zwaaftink de voergift dat hij uiteindelijk stopt tot vlak voor het aflammen. Dit om een geleidelijke overgang naar de lactatieperiode te creëren. Hij scant drachtigheid, maar voert niet specifiek op het aantal lammeren, tenzij hij vermoedt dat een ooi een vier- of vijfling draagt.

Wat voert hij precies? Lees het uitgebreide artikel ‘Zo voert…’ over de aanpak van Jasper Groot Zwaaftink in vakblad Het Schaap van februari 2025.
[Onze vakbladenarchief is beschikbaar voor print en online abonnees! Geen abonnee? https://www.hetschaap.nl/abonneren/ ]

Lees ook: