Er zijn de laatste weken veel meldingen van kreupele ooilammeren. Dat meldt de Gezondheidsdienst voor Dieren.
Het gaat om zogeheten ‘stijve overhouders’. De ooilammeren zijn drachtig en door het goede grasaanbod van deze zachte winter krijgen de dieren geen hooi en/of krachtvoer bijgevoerd. Daardoor raakt de calcium/fosforverhouding uit balans en gaan de ooitjes hun calciumreserve opnemen. Omdat het skelet van deze jonge dieren nog niet is volgroeid, krijgen de lammeren last van stijfheid en kreupelheid.
De GD adviseert bij zulke symptomen vitamine D te geven en de ooitjes hooi en krachtvoer te voeren. De behandeling tegen deze schapenziekte moet snel beginnen omdat er anders verdikkingen in het bekken kunnen ontstaan die voor aflamproblemen zorgen.
Dat heb je met die boeren die voor het geld gaan. Geen aandacht en mineralen en goed voer bijvoeren. Zielig voor de schapen, maar heb geen medelij met de houders.