Schapen zijn in de middeleeuwen steeds groter geworden. Dat kwam doordat ze alsmaar belangrijker werden voor mensen.
Tot nu toe werd steeds gedacht dat het formaat van vee in de historie vooral afhing van klimaatveranderingen en genmutaties. Maar uit archeologisch onderzoek in Spanje en Portugal blijkt dat dit niet altijd zo is. De grootte van schapen, koeien en varkens was ook mensenwerk. De archeologen leiden dat af uit de studie van opgegraven botten die dateren van de 1e eeuw voor Christus tot en met de 21e eeuw.
In de late middeleeuwen begonnen vooral schapen te groeien. Hun vlees, wol en melk werden steeds belangrijker. En hoe belangrijker het vee, hoe groter het bleek te worden.
In de moderne tijd, vanaf ongeveer 1800, had vee het maximale formaat bereikt.

