Net op het moment dat je je afvraagt waar je in deze grote woonwijk van Beek en Donk schapen zou kunnen houden, kom je uit bij het huis van Henk en Hanneke Heling. Helemaal aan het einde, op de rand van de wijk, liggen twee percelen van samen 7.000 vierkante meter. Genoeg voor zeven Shetland-fokooien en één fokram. Ook lopen er drie Nederlandse landgeiten, waar niet meer mee gefokt wordt. Vanuit de woonkamer kijk je zo op de schapenweide.
“We begonnen met vier Nederlandse landgeiten omdat we extra grond konden kopen”, zegt Henk Heling. “Ik heb boerenbloed en zocht dieren om het gras te kortwieken. Kleine wei, klein ras. We kwamen uit op Nederlandse Landgeiten. “Geiten doen niets anders dan bedenken hoe ze uit de wei kunnen komen om ergens de bast van de bomen te vreten. Ik heb wel acht soorten bomenbeschermers geprobeerd.”
Haal die ramlam niet aan
De geiten aten de wei niet goed kaal en bovendien wilde Hanneke wat met wol gaan doen, dus schapen erbij leek een goede optie. Zo kwamen er twee Skudde-ooilammeren en een ramlam. “De fokker zei nog ‘haal dat ramlam niet aan’. Dat deden we toch en dat hebben we geweten. Da’s niet fijn want die kop zit op kniehoogte”, lacht Henk.
“Skuddes zijn kijkschapen”, vindt Henk achteraf. “Prachtig, niks mis mee, alleen je kunt er niet veel mee. De wol viel tegen. We ontdekten via via dat het Shetland-schaap heel fijne en zachte wol heeft waarmee je goed kunt spinnen en breien.”
“Wanneer het gras hoog is, hoor je ze grazen”, vertelt Henk met glimmende ogen. “Geiten zijn zo onrustig, schapen zijn veel rustiger.”
Lees het volledige artikel met Henk en Hanneke Heling in Het Schaap 09 – 2025
Niets meer missen over schapen? Meld je hier aan voor de gratis nieuwsbrief …
of neem een voordelig proefabonnement op Het Schaap!
Bekijk hier alvast wat foto’s:





 Aan het laden ...
 Aan het laden ...
