“We zien tot nu toe geen bijwerkingen na de eerste vaccinaties met het blauwtongvaccin”, vertelt Erik van Norel enthousiast aan demissionair landbouwminister Piet Adema. Adema bracht een werkbezoek aan de schapenfokker in Oosterwolde tijdens een vaccinatieronde.
De eerste oude schapen van Erik Van Norel ontvingen het vaccin al een week eerder, alleen de jaarlingen moesten hun vaccin nog ontvangen. “We hebben extra veel jaarlingen aangehouden om de sterfte van vorig jaar iets te compenseren”, vertelt Van Norel. Bij de schapenfokker stierven maar liefst 80 van de 130 dieren aan blauwtong.
Zijn vader en oom kijken mee terwijl dierenarts Robbert van Drie aan het vaccineren is. Oom Wiechert vertelt met glazige ogen over de ellende die het schapenbedrijf over zich heen kreeg door het virus. “We hebben alles, maar dan ook alles geprobeerd. Je kunt het zo gek niet bedenken, naast de bekende standaardaanpak ook een geklutst ei, tot karnemelk en zelfs jenever.” Hij lacht er zelf wat verlegen om. “Ja, heel gek misschien maar je doet wat, je hoort van alles en je wilt gewoon niet dat je dieren zo lijden.” Dierenarts Van Drie vult aan: “Ik heb in die tijd echt huilende collega’s aan de lijn gehad. Het was vreselijk.”
250 schapen in een uur
Met het blauwtongvaccin is de grote angst om de ellende nog eens mee te maken grotendeels verdwenen. Dierenarts Van Drie: “Al weten we natuurlijk nog niet in welke mate het vaccin ziekte voorkomt. Dieren kunnen nog altijd ziek worden. Het is wel een heel makkelijk te spuiten vaccin, het is heel dun, we zien gelukkig ook eigenlijk geen bijwerkingen. We spuiten het aan de achterkant van de voorpoot, dan kun je schoon werken en zie je goed wat je doet en voorkom je bijwerkingen, dat vind ik beter dan vaccineren in de wollige nek.”
Hopelijk volgen de koeienboeren
Adema is erg blij dat het vaccineren nu volop ingang is gezet. “Natuurlijk kost het geld maar dode schapen kosten veel meer en het voorkomt enorm veel dieren- en mensenleed.”
Hij weet dat veel schapenhouders hun dieren inmiddels laten vaccineren en hoopt dat de koeienboeren dat voorbeeld uiteindelijk gaan volgen.” Van Drie verwacht dat dat aandeel zo’n 50 procent gaat worden zoals hij de aanvragen nu bekijkt. “Veel boeren wachten ook even af maar om blauwtong echt te laten verdwijnen uit ons land hebben we die vaccinaties heel hard nodig.”
Lammeren moeten wachten
Van Norel heeft de jaarlingen later dan normaal laten dekken in de hoop dat er een vaccin zou zijn. “Daardoor zit ik nu weer met het feit dat de lammeren nog niet gevaccineerd kunnen worden. Tja, waar doe je goed aan je kunt niet in de toekomst kijken.”
Het ontbreken van bijwerkingen maakt dat Van Norel overweegt om de lammeren toch iets eerder te laten vaccineren dan de geadviseerde drie maanden.
Vaccineren van jongere lammeren kan echter lang niet altijd. Dierenarts Reinard Everts: “Te jong heeft niet de voorkeur, het werkt alleen als je zeker weet dat een dier geen antistoffen heeft meegekregen door koebiest of via de moeder.”
Dierenarts Leonie Gooijer legt uit wat de reden is om voor 3 maanden te kiezen: “Elk lam heeft 12 weken vanaf de geboorte maternale antistoffen in het lichaam die het vaccin – dat binnen die 12 weken wordt gegeven – kan wegvangen. Vaccineer je ten tijde van het aanwezig zijn van maternale antistoffen dan riskeer je een schijnveiligheid en een lam zonder opgebouwde immuniteit.”
“Immers je hebt het lam gevaccineerd en gaat er dus vanuit dat het antistoffen heeft, maar indien dat werd weggevaagd door de maternale antistoffen is er geen afweerreactie opgebouwd en heb je dus alsnog een lam zonder bescherming.”
Lees ook:
- Tweede blauwtongvirus goedgekeurd voor gebruik
- Schapen van Bas Blaauw zijn gevaccineerd tegen blauwtong
- Nog veel meer over blauwtong …
.
Aan het laden ...
