Grond die wordt benut voor zonne-energieopwekking valt niet onder de fiscale landbouwvrijstelling. Dat blijkt uit antwoorden van het ministerie van Financiën op kamervragen van kamerlid BBB’er Henk Vermeer over de combinatie van landbouw en zonnepanelen (agri-PV).
Dankzij de landbouwvrijstelling betalen agrariërs geen belasting over de waardestijging van landbouwgrond bij verkoop of overdracht. Voorwaarde is wel dat minstens 90 procent van het perceel aantoonbaar wordt ingezet voor het agrarische productieproces, zoals de teelt van voer of gewassen, het weiden van dieren of het aanwenden van mest. Energieopwekking valt daar volgens het kabinet wettelijk gezien niet onder.
De landbouwvrijstelling geldt dus alleen wanneer landbouwgrond nagenoeg geheel wordt gebruikt binnen het landbouwbedrijf. Daarmee staat vast dat wanneer schapen of andere graasdieren worden ingezet onder zonnepanelen, dit niet automatisch leidt tot behoud van de vrijstelling. De inzet van dieren onder een zonnepark verandert het karakter van de grond volgens de staatssecretaris niet: het gaat om gemengd gebruik, en dus wordt niet voldaan aan de eis van vrijwel volledig agrarisch gebruik.
Deel van het perceel
Wel is er een uitzondering wanneer slechts een deel van een perceel is ingericht voor zonnepanelen. In dat geval kan het resterende agrarisch gebruikte deel van de grond alsnog in aanmerking komen voor de vrijstelling. De beoordeling vindt plaats per vierkante meter. Grond waarop palen en panelen staan, valt daarbij volledig buiten de vrijstelling; het agrarische deel kan, als het voldoet aan de voorwaarden, wel worden vrijgesteld.
Het kabinet ziet op dit moment geen aanleiding om de fiscale regels aan te passen of te verruimen. Een uitzondering zou volgens de staatssecretaris tot complexiteit en budgettaire gevolgen leiden en past niet bij het doel van de regeling, namelijk het ondersteunen van daadwerkelijk agrarische grondexploitatie.
Proefabonnement op vakblad Het Schaap? Probeer nu voor 24,95 euro…

