Een cascohuis dat vijftien jaar leeg stond en een oude schuur; dat was de start van het schapenbedrijf van Eduard en Karen Hin in 1992 in Oosterend, Texel. Nu hebben ze 1.100 schapen en met zoon Kees een maatschap.
Ondanks de grootte van hun schapenhouderij valt hun relaxte management op, voor zowel natuurbeheer, vleesproductie als fokkerij. “We zijn altijd flexibel, spreiden werk en inkomsten.”
‘Ons schapenbedrijf met niets begonnen’
“Ik kom uit een gezin van zestien, dan blijft er geen boerderij over”, lacht Eduard. “De pachtboerderij ging naar mijn oudste broer en ik werkte als hulp op boerderijen.” De ouders van Karen hadden vierhonderd boeren-Texelaars en koeien, en de vader van Eduard honderd stamboek-Texelaars. “Een ander ras kwam in die tijd niet op het eiland”, zegt Eduard. Karen vertelt enthousiast: “We begonnen hier echt met niks, geen schop of stroom was er.” Ze startten met veertig stamboek-Texelaars, al vrij snel aangevuld met Rijnlam-kruisingen. “Daar rolden we wat in, dat was op het eiland vloeken in de kerk, dat snap je.”
Inmiddels hebben ze vier nieuwe schuren gezet omdat ze in het voorjaar weinig land hebben; in totaal met de oude staat er 2.700 vierkante meter bebouwing. “En we zijn alweer aan nieuwe toe”, zegt Kees. Het ideaalplaatje was altijd een combinatie met melkkoeien maar in 2015 werd alles grondgebonden en Eduard brak ook nog zijn rug. Sindsdien houden ze alleen schapen. “Dan kun je het werk makkelijker verdelen, al was de schapenhouderij toen ook al niet best. Wij hebben sowieso een afwijking, anders deed je wel iets anders om je brood te verdienen”, lacht Eduard luid. Karen: “Ja ach, het voelt niet als werk, het is een manier van leven.”
Eduard en Karen Hin vinden Texelaars de mooiste schapen ter wereld, de stamboekfokkerij is een grote hobby en vult hun sociale leven. Maar de familie heeft meer rassen lopen. Lees alles over hun aanpak in de uitgebreide 4-pagina bedrijfsreportage in vakblad Het Schaap van maart 2025.
Zomaar wat foto’s
Zomaar wat foto’s van het schapenbedrijf van Eduard en Karen Hin (Foto’s: Henk Riswick).










Lees ook: