Het oormerken van lammeren wordt verruimd van een week naar zes maanden. Het gaat om dieren die binnen het bedrijf, maar over de openbare weg, worden verplaatst. De wijziging gaat 1 april in.
Met deze wijziging maakt het ministerie van Economische Zaken de I&R-regeling meer in overeenstemming met de EU-regels.
Toch blijft er een belangrijk verschil met die Europese voorschriften: de verruiming van de termijn van een week naar zes maanden geldt alleen voor lammeren die ‘in aanwezigheid van het moederdier’ worden verplaatst. Koppels gespeende lammeren, jonger dan zes maanden, die van het ene eigen perceel naar het andere eigen perceel over de openbare weg worden verplaatst moeten nog wel degelijk oormerken in, zo blijkt uit de publicatie van de regeling in De Staatscourant.
Erich Rhöse van de Landelijke Werkgroep Professionele Schapenhouders is daar woedend over. “Ik heb er drie jaar voor gestreden om die Nederlandse regels gelijk te maken aan de minimale voorschriften van de EU en dan vragen ze toch nog meer van ons. Dit is tegen de afspraken.” Hij noemt de verruiming wel een flinke verlichting.
Nico Verduin van LTO vindt de regeling wel erg positief. “Het is een enorme stap in het praktisch maken van regelgeving.” Hij zegt dat er nu drie voor de hand liggende momenten zijn om lammeren te oornerken: zodra ze worden afgevoerd, bij spenen of op een leeftijd van zes maanden.
Verduin adviseert toch zo vroeg mogelijk lammeren te oormerken. “Dat is goed in het geval er een calamiteit is.”
Lammeren die niet over de openbare weg worden verplaatst hoefden niet voor een leeftijd van zes maanden een oormerk in, maar pas als ze het bedrijf verlaten. Dat blijft nu ook zo.
Aan het laden ...
