De NSFO roept schapenhouders op alert te zijn op haemonchose. Het warme weer in combinatie met regenbuien is ideaal voor de rode lebmaagworm (Haemonchus contortus).
De eieren van deze worm ontwikkelen zich nu razendsnel tot besmettelijke larven. Binnen twee weken kan een wei zwaar besmet zijn. Het risico op haemonchose wordt nog groter als in de laatste twaalf weken schapen op dat land hebben geweid.
Ter preventie van deze schapenziekte is het advies:
- In warme en vochtige zomermaanden: elke twee weken omweiden naar een perceel waar drie maanden geen schapen hebben gelopen.
- In voor- en najaar: elke drie weken omweiden naar een perceel waar twee maanden geen schapen hebben gelopen.
Meestal hebben vooral lammeren last van een besmetting. De laatste jaren worden ook ooien in toenemende mate hard getroffen. Door ernstige bloedarmoede kan zelfs sterfte plotseling optreden.
Symptomen:
- Geen diarree. De keutels lijken eerder ingedroogd.
- Oedeem (zucht) tussen de kaaktakken
- Dorre vacht
- Sloom gedrag
- Witte oogslijmvliezen
Mestonderzoek kan de besmetting aantonen. Gebruik daarvoor verse keutels van minstens 5 dieren. Ontwormen is nodig als de mest meer dan 500 eieren per gram bevat.
De laatste jaren neemt het aantal gevallen van haemonchose toe.
Aan het laden ...
