Er komt geen nieuwe graasdierpremie. Het ministerie van Landbouw vindt dat ‘de markt’ moet zorgen dat natuurbeheer met schapen voldoende wordt vergoed.
Daarmee komt een einde aan een twee jaar durende discussie tussen enerzijds LTO Nederland en de Vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland (VGSN) en anderzijds het ministerie van Landbouw. LTO en VGSN hebben al die tijd geprobeerd een alternatief voor de graasdierpremie te krijgen, maar dat is mislukt.
De VGSN schrijft in een nieuwsbrief dat het ministerie vindt dat begrazingsbedrijven en herders met terreineigenaren moeten gaan praten voor een hogere vergoeding voor hun beheer met schapen. In plaats van een vergoeding met EU-geld, zoals de graasdierpremie, moet het geld dus uit ‘de markt’ komen. Het ministerie zou daarvoor de terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Provinciale Landschappen, etc.) gaan informeren. Volgens de VGSN kunnen begrazingsbedrijven en herders een beroep doen op artikel 753 van het Burgerlijk Wetboek als er bij het afsluiten van het beheerscontract geen rekening is gehouden met het wegvallen van de graasdierpremie.
Met het definitief wegvallen van de graasdierpremie geeft het ministerie geen gehoor aan een door de Tweede Kamer breed gesteunde motie van 14 december 2021 waarin wordt gevraagd naar een alternatief voor de graasdierpremie.
In september jl. heeft de minister van Landbouw overigens aan de Tweede Kamer laten weten dat de gescheperde schaapskuddes de nieuwe premie voor zeldzame huisdierrassen zouden kunnen gaan gebruiken. VGSN en LTO hebben herhaald laten weten dat dit niet klopt. Het overgrote deel van de kuddes kan de premie niet aanvragen. Extra zuur is dat in Duitsland die premie juist heel ruim is.
In Het Schaap van april 2023, dat eind volgende maand verschijnt, veel meer over het wegvallen van de graasdierpremie.