LTO heeft verbijsterd gereageerd op het feit dat de NVWA een officiële waarschuwing heeft gegeven aan een schapenhouder, omdat hij volgens de instantie zijn dieren onvoldoende beschermde tegen aanvallen door wolven. Volgens LTO wijkt de instantie daarmee af van het beleid van de eigen minister.
LTO is, samen met andere vertegenwoordigers uit de schapensector, nog met het ministerie in gesprek over een beleidsregel die schapenhouders duidelijkheid moet geven over de vraag in welke situaties er een beschermingsplicht geldt in het geval van wolvenaanvallen en hoe schapenhouders invulling kunnen geven aan deze beschermingsplicht.
Overgangsfase
De minister informeerde het parlement op 13 november nog dat er na publicatie van de beleidsregel een overgangsfase komt, omdat dierhouders tijd nodig hebben om zich aan te passen en de benodigde beschermingsmaatregelen moeten treffen. De minister stelt in haar kamerbrief ook dat het aan de toezichthouders is om het handhavingsbeleid vorm te geven op basis van deze beleidsregel.
Enkele uren voor de publicatie van het persbericht van de NVWA informeerde de staatssecretaris het parlement zelfs nog dat zij voor het einde van dit jaar een update krijgen over de beleidsregel.
Provinciaal beleid ondergraven
Door het optreden van de NVWA ontstaat volgens LTO het gevoel dat de bewindspersoon en de gesprekken én de toezeggingen over de beleidsregel worden ondergraven. Ook provinciaal beleid wordt door het handelen van de NVWA ondergraven. LTO blijft zich inzetten voor het uitkeren van vergoedingen van schade aan vee die wordt veroorzaakt door wolven.
In dit geval vergoedt de provincie Overijssel wolvenschade op basis van een provinciale beleidsregel omdat veehouders tijd nodig hebben om zich aan de situatie aan te passen. De plek waar de schapenhouder zat die door de NVWA is aangesproken, lag ook niet in een gebied waar volgens de provincie Overijssel sprake is van een permanent gevestigde wolf.
Vertrouwen geschaad
De NVWA heeft tegen de schapenhouder gehandeld op verzoek van stichting Animal Rights. Daarbij wijkt de NVWA volgens LTO af van de door de minister aangekondigde overgangsfase. Dit geeft schapenhouders het gevoel dat de NVWA in de praktijk meer wordt aangestuurd door dierenactivisten dan door de eigen bewindspersoon. Dit schaadt het vertrouwen van boeren in de overheid.
LTO vindt dat handhaving pas aan de orde kan zijn wanneer er een duidelijk beleidskader is waarbij dierhouders voldoende financiële steun krijgen en er geen andere (juridische) belemmeringen zijn.
Dat betekent volgens LTO dat:
- er sprake moet zijn van een aangewezen wolvengebied met een gevestigde wolf of roedel wolven;
- het terrein geschikt is om wolfwerende maatregelen te nemen;
- objectief vastgelegd is aan welke minimale eisen de schapenhouders in het betreffende wolvengebied moeten voldoen;
- er sprake is van een overgangsperiode waarin met voorlichting, hulp en financiële ondersteuning de schapenhouders in staat zijn gesteld om binnen een aangewezen wolvengebied aan de minimale eisen te voldoen;
- de kosten van de extra arbeid voor het wolfwerend afrasteren worden vergoed;
- bij inspectie rekening gehouden wordt met de schade die door wolf of ander wild aan de afrastering kan zijn toegebracht;
- er daadwerkelijk wordt ingegrepen tegen wolven die een wolfwerende afrastering overwinnen.
Lees ook:
- NVWA geeft waarschuwing voor onvoldoende bescherming tegen wolven
- Wolvenplan 2024: schapensector mist scherpte
- Nu al meer wolvenaanvallen dan in 2023; cijfers per provincie
- En meer in ons dossier Wolf
Geen abonnement? Maak hier gratis kennis met vakblad Het Schaap: https://www.hetschaap.nl/kennismaken/
Aan het laden ...
