De rechtbank in Groningen heeft schapenhouder Herman van Vliet (53) uit Doezem vrijgesproken van overtreding van de I&R-regels. Dat laat zijn advocaat weten.
Van Vliet had in 2010 een proces-verbaal gekregen omdat hij zijn Drentse Heideschapen en drie Nederlandse Landgeiten geen oormerken had ingedrukt maar een onderhuidse chip. Al in 2005 zou een medewerker van de Algemene Inspectiedienst hem hebben gezegd dat deze identificatie volstond. In 2007 kreeg hij bij een AID-controle te horen dat hij handelde ‘in de geest van de wet’.
Maar in 2010 bleek de chipmethode niet afdoende voor de I&R-regels. Van Vliet werd bekeurd en hij kreeg met een dwangsom te maken. De schapenhouder vroeg of hij zijn dieren mocht identificeren met de onderhuidse chip gecombineerd met een tatoeage in het oor. De AID keurde die volgens zijn advocaat af maar later bleek het een wel toegelaten methode.
Volgens de economische politierechter in Groningen is Van Vliet door de autoriteiten op het verkeerde been gezet en sprak hem daarom vrij. De schapenhouder en zijn advocaat overleggen met de AID over een schadevergoeding.
